‘n vry fokken vrouw (VersSpreken #11)

Slingers, klippen, kliffen en koperkleppen: in de elfde aflevering van VersSpreken buigen Rob Schouten, Hélène Gelèns, Joost Baars en Matthijs Ponte zich over een titelloos gedicht van Antjie Krog en spreken over baren, de glibberigheid van de Afrikaanse taal, maatschappelijke ongelijkheid, boeren en ’n vry fokken vrouw.

De gebruikte opname is gemaakt tijdens de Nacht van de Poëzie, en gepubliceerd door Uitgeverij Rubinstein op de CD-verzameling Ode aan de Nacht. De vertaling is van Robert Dorsman en werd opgenomen in Wat de sterren zeggen, een verzameling gedichten die verscheen bij Uitgeverij Podium.

__

ek staan op ’n moerse rots langs die see by paternoster
die see slat slingers in die lug
liggroen skuim
onverskrokke kyk ek elke donnerse brander
in sy gut voor hy breek
die rots sidder onder my sole
my bo-beenspiere bult
my bekken smyt die aangeleerde gelate knak uit haar uit
se moer ek is rots ek is klip ek is duin
helder sing my tiete ’n koperklepgeluid
my hande pak moordbaai en bekbaai
my arms skeur ekskaties bo my kop:
ek is
ek is
die here hoor my
’n vry fokken vrouw

_

ik sta op een oerrots aan de zee bij paternoster
de zee slaat slingers in de lucht
lichtgroen schuim
onverschrokken kijk ik elke donderse golf
in zijn pens voordat hij breekt
de rots siddert onder mijn zolen
mijn bovenbeenspieren spannen zich
mijn bekken ontdoet zich met geweld van de aangeleerde gelaten knak
schijt aan alles ik ben rots ik ben steen ik ben duin
helder zingen mijn tieten een koperklepgeluid
mijn handen pakken moordbaai en bekbaai
mijn armen scheuren extatisch boven mijn hoofd:
ik ben
ik ben
de here hoort mij
een vrije vrouw verdomme

One Reply to “‘n vry fokken vrouw (VersSpreken #11)”

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.